Het is voor ons altijd weer een feest om Floortje Scheepers te horen spreken. Ditmaal tijdens de week van de radicale zorgvernieuwing (Floortje Scheepers: Leren omgaan met complexiteit in de ggz - (ggznieuws.nl) vanaf de 31e minuut). Daar deelde zij op haar wijze, toegankelijke en vanzelfsprekende manier beelden van een toekomst zoals zij die ziet ontstaan voor de zorg rond mentale gezondheid. Wat haar betoog voor ons zo aansprekend en herkenbaar maakt, is dat deze toekomst vooral bepaald gaat worden door een andere manier van kijken naar zorg en gezondheid. Dat gaat onvermijdelijk ook grote invloed hebben op de manier van werken in de zorg en de manier waarop wij de zorg organiseren. In dit blog onderzoeken vanuit onze praktijkervaring met deze manier van kijken hoe de inzichten die zij ons meegeeft het dagelijks werk al aan het beïnvloeden zijn.
(Mentale) gezondheid ontstaat in wisselwerking
Onze mentale gezondheid is geen vaststaand gegeven maar een (tijdelijke) toestand binnen een wordingsproces in wisselwerking met onze omgeving. Dit klinkt zo logisch, en tegelijkertijd is de impact van dit inzicht enorm. Het betekent dat mentale gezondheid ontstaat in een patroon van vele interacties. Interacties met andere mensen, met maatschappelijke ontwikkelingen maar ook met de eigen mogelijkheden en beperkingen. Uit al deze interacties ontstaan unieke personen met hun eigen unieke verhaal. In complexe wisselwerking met de omgeving. Dat betekent dat we hen alleen effectief kunnen ondersteunen in het beïnvloeden van hun situatie als we ons bewust zijn van deze wisselwerking, van de context en van het verhaal dat daarin is ontstaan.
De manier waarop wij hieraan betekenis geven, is persoonlijk
Ons beeld van (mentale) gezondheid wordt bepaald door onze eigen, persoonlijke manier van betekenis geven. Hoe wij opgroeien, wat wij meemaken en hoe wij tegenslagen overwinnen draagt allemaal bij aan ons eigen persoonlijke verhaal. In hun recente boek ‘Realiteit en Werkelijkheid’ laten Wim van Dinten en Imelda Schouten (2022) zien hoe in onze manier van betekenis geven ook weer patronen tot uitdrukking komen. Zij noemen dat ‘oriëntaties’:
wie vooral betekenis geeft vanuit onderlinge verbinding en betrokkenheid en vanuit de betekenis van en voor de groep waarmee iemand zich verbonden voelt, staat in de ‘groepssociale oriëntatie’. Een term als ‘kwetsbaarheid’ past goed binnen deze oriëntatie.
wie vooral betekenis geeft vanuit eigen mogelijkheden, kracht en zelfbepaling staat in de ‘zelf-referentiële oriëntatie’. ‘Zelfredzaamheid’ en ‘eigen regie’ passen bij deze oriëntatie.
wie vooral betekenis geeft vanuit een zoektocht naar algemeen geldende en goed onderbouwde concepten staat in de ‘rationele oriëntatie’. Woorden die hier goed bij passen zijn ‘methodieken’ en ‘evidence based’.
wie vooral betekenis geeft vanuit het besef dat de werkelijkheid complex is en in wisselwerking tot stand komt, staat in de ‘evolutionaire oriëntatie’. Daarbij passen woorden als ‘betekenis geven’ en ‘wordingsprocessen (emergentie)’.
Iedere oriëntatie brengt cruciale inzichten, informatie en handelingsmogelijkheden met zich mee. Vanuit iedere oriëntatie blijven er ook delen van de realiteit buiten beeld. Situaties waarin het moeilijk is om een nieuw evenwicht te vinden ontstaan vaak doordat de kracht van onze oriëntatie er tegelijk aan bijdraagt dat er iets buiten beeld blijft. Door de diversiteit van verschillende oriëntaties samen te brengen ontstaat een meer volledig beeld.
Leer om ‘waarden-conflicten’ functioneel te maken
Als het zo is dat (1) gezondheid in wisselwerking ontstaat, en (2) de manier waarop wij daaraan betekenis geven persoonlijk is, vraagt dat om een ontmoeting vanuit uiteenlopende en soms conflicterende oriëntaties. Voor die ontmoeting zijn vaardigheden nodig waarmee ‘waardenconflicten’ functioneel benut kunnen worden. In haar lezing benadrukt Floortje Scheepers dit ook al. Het effectief beïnvloeden van mentale gezondheid vindt plaats in openhartige en gelijkwaardige gesprekken tussen alle betrokkenen. Niet alleen tussen degenen die zorg vragen, hun omgeving en de professionals die wellicht zorg kunnen bieden. Maar ook tussen professionals onderling en hun leidinggevenden en organisaties. En tussen die organisaties en hun financiers en toezichthouders. In deze gesprekken bieden ‘weten’ of ‘gelijk hebben’ niet langer houvast. In tegendeel, in zulke gesprekken wordt de diversiteit (ook tussen oriëntaties) zichtbaar en voelbaar. Een diversiteit die tot spanningen en (passieve) conflicten kan leiden. Shirine Moerkerken beschrijft in haar praktijkboek ‘conflict eren’ (2021) hoe wij uit die diversiteit nieuwe kennis en inzichten kunnen opdoen waarmee effectieve beïnvloeding mogelijk wordt. Daarbij proberen we niet langer ‘de neuzen dezelfde kant op te krijgen’ maar wordt de diversiteit functioneel en productief benut.
Zet concrete stappen in de vorm van ‘zoekend handelen’
We kunnen vanuit dit perspectief niet langer tevoren volledig bepalen wat de meest effectieve manier van beïnvloeden is en hoe we dat stap-voor-stap als plan of protocol gaan inzetten. Het is een proces van ‘samen begrijpen’, ‘proberen’, ‘reflecteren’ en ‘leren’ zoals Floortje Scheepers aangeeft. Een proces waar vallen en opstaan bij horen. Juist in dat vallen en opstaan ontstaat weer nieuwe kennis. Tegelijkertijd is dit geen pleidooi voor willekeur en roekeloosheid. Om grip en sturing op dit ‘zoekend handelen’ te houden hebben wij binnen Triple Zeven een aanpak ontwikkeld op basis van de inzichten van Robert Simons (control in an age of empowerment; 1995)
Verken nieuwe vormen en rollen om de wisselwerking helpend te beïnvloeden
In haar lezing benoemt Floortje Scheepers aan de hand van de ‘Stacey-matrix’ hoe het beïnvloeden van gezondheid om verschillende rollen vraagt. Bij eenvoudige problemen volstaat de rol van (al dan niet virtuele) ‘instructeur’. Crisis vraagt om een ‘leider’ en gecompliceerde problemen vragen om ‘experts’. Complexe problemen, gedreven vanuit evolutie, wisselwerking en meervoudige betekenisgeving vragen om een ‘volwaardige dialoog’. In de GGZ zien we hier al mooie voorbeelden van ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan ‘Peer Supported Open Dialogue’ (POD). Ook Doortje Kal’s begrip ‘kwartiermaker’ krijgt vanuit dit perspectief opnieuw betekenis: ‘het ondersteunen van mensen in de meest kwetsbare posities door ook anderen (burgers en professionals, bedrijfsleven en overheid) bij hun verhaal te betrekken en in beweging te brengen’ (Verder met Kwartiermaken, Kal e.a. pag 108; 2013)
De beweging naar deze andere kijk op zorg is al gaande, en vraagt moed en volharding. In haar presentatie licht Floortje Scheepers dit toe aan de hand van het beeld van de rots en de heuvel: zelfs als je vlak voor de top bent zal de rots de neiging hebben om steeds weer terug te rollen. Maar op een gegeven moment ontstaat voldoende momentum om de rots over de heuvel te duwen, waarna deze als een groeiende sneeuwbal verder rolt. Zo verloopt een evolutionair wordingsproces ook.
Als Triple Zeven team hebben wij al ruim tien jaar ervaring op deze weg en met de worsteling die daar bij hoort. Waar stappen succesvol blijken draagt dit bij aan kennis en impact. Als een stap anders uitpakte dan wij hadden gehoopt, draagt dat bij aan wijsheid en bewustzijn. Onze wijsheid en kennis zetten wij in om professionals en organisaties te ondersteunen die deze weg ook willen gaan. Zo bouwen wij met elkaar, schouder-aan-schouder momentum op door wordingsprocessen rond gezondheid in de concrete dagelijkse zorgpraktijk te herkennen en effectief te beïnvloeden.
Dit is een Triple Zeven® mini-blog. Voor meer blogs en informatie over de kunst en kunde van ontknopen, ga naar onze website: www.triplezeven.nl
Comments